Verbeteren condities voor aandachtsoorten 5.0
Voor wie
Voor een particulier, een stichting, een vereniging, een BV, een NV, een maatschap, een ZZP’er, een v.o.f., een eenmanszaak of een kerkgenootschap.
Wat
Subsidie voor maatregelen die bijdragen aan het verbeteren van de leefgebieden van de aandachtsoorten zoals opgenomen in de Aandachtsoortenlijst.
Waarvoor
Voor één van de volgende maatregelen:
- Maatregel A: Kleine projecten aandachtsoorten.
Het treffen van maatregelen die bijdragen aan het doel van de subsidieregeling. - Maatregel B: Maatregelen poelen.
De aanleg of het herstel van poelen of het bijbehorende leefgebied voor Kamsalamander, Boomkikker of Knoflookpad. - Maatregel C: Maatregelen erven.
Maatregelen op en in de directe omgeving van erven voor de Kerkuil, Boerenzwaluw, Huiszwaluw, Ringmus, Grauwe vliegenvanger of Patrijs. - Maatregel D: Maatregelen bosranden.
Het creëren van bosranden met mantels en zomen voor Klein wintergroen, Klein glidkruid, Anemonenbekerzwam, Kleine ijsvogelvlinder, Sleedoornpage, Bruine eikenpage, Ranonkelbij, Gewone kleine wespbij, Kauwende metselbij, Stronkmier, Boomkikker, Geelgors, Zomertortel, Kerkuil, Hermelijn, Das, Franjestaart, Bosvleermuis, Baardvleermuis, Bechsteins vleermuis, Brandts vleermuis, Rosse vleermuis of Gewone grootoorvleermuis. - Maatregel E: Maatregelen heide.
Het verbeteren van de biotopen droge en vochtige heide en droge en vochtige heischrale graslanden. - Maatregel F: Het beschikbaar stellen van grond.
Het beschikbaar stellen van grond om aan de herbeplantingsverplichting, als bedoeld in artikel 4.3, lid 1 van de Wet Natuurbescherming te kunnen voldoen om heide te verbinden. Dit geldt alleen als de herbeplantingsverplichting niet ingevuld kan worden door spontane bosontwikkeling, maar ergens anders gerealiseerd moet worden.
Let op: maatregel F kan alleen aangevraagd worden in combinatie met een aanvraag voor maatregel E (heide). - Maatregel G: Voorbereidingswerkzaamheden.
De voorbereidende werkzaamheden om te komen tot de genoemde maatregelen onder A t/m F. Het gaat om het opstellen van een plan of organisatiekosten die leiden tot de uitvoering van die maatregelen.
Let op: bij iedere maatregel die zorgt voor verlaging van de bodem moet u controleren of u een ontgrondingsvergunning nodig heeft.
Let op: gebruik geen DigiD als u voor of namens een stichting, vereniging of bedrijf aanvraagt. U kunt dan alleen uw persoonlijke adresgegevens invullen en niet de adresgegevens van uw organisatie. Bent u een particulier dan kunt u wel gebruik maken van DigiD.
NB: het kan even duren voordat het formulier getoond wordt.
U kunt aanvragen tot uiterlijk op 30 november 2023 om 17.00 uur.
- voert communicatieactiviteiten uit met als doel om kennis te delen, projecten te genereren of op te starten;
- meet het effect van de maatregelen en monitort de resultaten van de activiteiten voor de planten- of diersoorten;
- is nog niet gestart met de activiteiten op het moment dat wij de subsidieaanvraag ontvangen.
De aanvrager:
- De maatregelen:
- dragen bij aan minimaal één van de twee volgende doelen:
- het geschikt maken van de milieuomstandigheden voor aandachtsoorten in hun leefgebieden;
- het behoud of herstel van voldoende grote leefgebieden van goede kwaliteit door voldoende rust, geborgenheid en voedselbeschikbaarheid en de mogelijkheden voor soorten om zich te kunnen verplaatsen tussen delen van leefgebieden;
- worden uitgevoerd in Overijssel;
- het gaat om eenmalige maatregelen;
- dragen bij aan de versterking van de betreffende aandachtsoort. Dit blijkt uit referentie onderzoek of deskundige advisering. U vindt in de Maatregelentabel aandachtsoorten Overijssel een overzicht van bewezen effectieve maatregelen.
- gaan niet over de weidevogels Grutto, Kemphaan, Scholekster, Tureluur en Wulp;
- zijn niet al binnen Natura 2000-maatregelen uitgevoerd of gepland.
- dragen bij aan minimaal één van de twee volgende doelen:
- De aanleg van houtwallen, singels, hagen, kruidenrijke randen, ruigten, poelen of erfwateren is gebaseerd op de richtlijnen Verbeteren condities voor aandachtsoorten 5.0 die voor die aanleg gelden.
- Als er sprake is van grondgebonden maatregelen dan heeft de grondeigenaar toestemming gegeven.
- Het beheer en onderhoud van de maatregelen is voor minimaal zes jaar geregeld met uitzondering van instandhoudingsmaatregelen voor bloemrijke akkerrandenranden langs akkers en weilanden. Deze randen moeten tijdens de beheerperiode van 6 jaar gedeeltelijk gefreesd en opnieuw ingezaaid worden om het bloemrijke karakter van de randen te behouden.
- Er kan voor de activiteiten geen subsidie verstrekt worden op grond van de regeling Subsidie Natuur en Landschap (SNL), de Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap (SKNL) of via Groene en Blauwe Diensten (GBD).
De precieze voorwaarden en een toelichting op de gebruikte begrippen kunt u nalezen in het Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2022, hoofdstuk 1 en paragraaf 4.5 Verbeteren condities voor aandachtsoorten 5.0.
Kunststoffolies zoals landbouwplastics, vijverfolie of EPDM worden niet gebruikt voor de aanleg van vijvers en poelen.
- De maatregelen:
- worden uitgevoerd binnen de gebieden die zijn aangegeven op kaart 1: Zoekgebied poelen. De kaart kunt u opvragen bij het Overijssel Loket;
- kunnen poelen en/of leefgebied aangrenzend aan de poel betreffen;
- leiden tot het versterken of vergroten van bestaand leefgebied;
- voldoen aan de kenmerken van een geschikte poel en aan de richtlijnen voor de aanleg van een poel.
- Er worden minimaal 3 poelen aangelegd.
- De nieuw aan te leggen poelen moeten voldoende dicht bij andere poelen of voortplantingswateren liggen om te komen tot een effectief netwerk van wateren voor de betreffende aandachtsoort. Te denken valt aan een afstand van maximaal 350 meter.
- De poelen:
- zijn niet aangesloten op continue watervoerende waterlichamen;
- worden zo ingericht dat opschonen niet vaker dan 1 keer per 6 jaar nodig is.
- Het herstel of de aanleg van nieuwe poelen voldoet qua vormgeving aan de eisen voor voortplantingswateren voor Kamsalamander, Boomkikker of Knoflookpad. Dit betekent dat een poel aan de volgende eisen voldoet:
- een wateroppervlak van minimaal 300 m2 en maximaal 750 m2;
- voldoende zoninstraling;
- een geleidelijk oplopende noordoever (maximaal 1 meter stijging per 3 meter lengte);
- de bodem van een poel bevindt zich binnen het grondwaterpeil of de schijngrondwaterspiegel. Om lekkage tegen te gaan kan leem worden gebruikt;
- voor Kamsalamanders of Knoflookpadden hebben een diepte van 50-70 cm onder de gemiddelde laagste grondwaterstand.
- voor Boomkikkers hebben een diepte van 20-30 cm onder de gemiddelde laagste grondwaterstand.
- Om bladinval en schaduw te voorkomen is hoog opgaande begroeiing aan de zuid- en westkant onwenselijk.
- Vestiging van vis in de poelen moet worden voorkomen.
- In de directe omgeving van een poel is een geschikt landbiotoop aanwezig of deze wordt met het treffen van de maatregelen gerealiseerd. Het landbiotoop kan bestaan uit: ruigte of kruidenrijk grasland en houtwallen, heggen, hakhoutbosjes of stobbenwallen (winterbiotoop). Als de poel specifiek voor Boomkikkers wordt aangelegd, moet in het landbiotoop ook braamstruweel aanwezig zijn.
- Kunststoffolies zoals landbouwplastics, vijverfolie of EPDM worden niet gebruikt voor de aanleg van vijvers en poelen.
- De aanvraag omvat minimaal 5 erven.
- Er is een ruimtelijke of organisatorische samenhang tussen de deelnemende erven. Bij ruimtelijke samenhang gaan meerdere deelnemende erven lokaal samen aan de slag om de kwaliteit van de erven te verbeteren. Bij organisatorische samenhang maken erven van bedrijven deel uit van een organisatie die een biodiversiteitsdoelstelling nastreeft.
- De maatregelen:
- op ieder erf sluiten aan bij nabijgelegen bestaande natuur of agrarisch natuurbeheer, of waar deze verbonden gaan worden bij de betreffende erven, bij natuurvriendelijk ingerichte oevers en natuurvriendelijk beheerde bermen, bij het landschapselement, houtwal, singel, bosje of, als het wordt aangelegd in het leefgebied van de Kamsalamander, Boomkikker of Knoflookpad, een poel.
Verenigingen, coöperaties en stichtingen kunnen mogelijk een aanvraag indienen voor activiteiten die bijdragen aan beheer en behoud van waardevolle en karakteristieke landschappen via de Subsidieregeling Streekeigen Landschapsbeheer. - bestaan uit het creëren van nestgelegenheid voor Kerkuil, Huiszwaluw, Boerenzwaluw, Grauwe vliegenvanger of Ringmus in combinatie met biotoopverbetering, waar ook andere aandachtsoorten zoals Patrijs, Geelgors en Hermelijn van profiteren. De combinatie van maatregelen zorgt er voor dat een totaal leefgebied, zowel foerageergebied, rustgebied als voortplantingsgebied, voor genoemde soorten gecreëerd wordt;
- leiden op ieder erf tot een aangekleed erf. Een aangekleed erf is een erfaanpassing met onder andere inheemse bomen, fruitbomen, struiken, heggen/houtwallen, bloemrijke randen, takkenrillen, water. Een aangekleed erf is een goed leefgebied (foerageer-, rust- en broedgebied) voor kerkuil, boerenzwaluw, huiszwaluw, grauwe vliegenvanger, ringmus of patrijs. Van deze inrichting, zie voorbeeld, zullen ook veel andere soorten profiteren.
- kunnen aangelegd worden op, en in directe verbinding met, erven waarbij ieder erf een aangekleed erf betreft dat kan functioneren als leefgebied voor genoemde doelsoorten;
- betreffen geen onderhoudsmaatregelen, dunnen, opschonen van dichtgegroeide poelen, afrasteringen, bijenhotels en vleermuizenkasten en minder kostbare maatregelen zoals takkenrillen.
- op ieder erf sluiten aan bij nabijgelegen bestaande natuur of agrarisch natuurbeheer, of waar deze verbonden gaan worden bij de betreffende erven, bij natuurvriendelijk ingerichte oevers en natuurvriendelijk beheerde bermen, bij het landschapselement, houtwal, singel, bosje of, als het wordt aangelegd in het leefgebied van de Kamsalamander, Boomkikker of Knoflookpad, een poel.
- Een landbouwbedrijf met veel gebouwen of sleufsilo’s en verharding, waar nauwelijks groen aanwezig is, komt alleen voor dit onderdeel van de subsidie in aanmerking als een aangekleed erf bij de aanliggende huiskavel wordt ingericht en de toevoegingen bijdragen aan het versterken van het leefgebied van de erfvogels.
- De maatregelen:
- omvatten inrichtingsmaatregelen om te komen tot bosranden met mantels en zomen die daarna als hakhout beheerd kunnen worden in:
- de overgang van open land naar bos of stroken langs boswegen;
- de ontwikkeling binnen open land naar structuurrijke vegetaties.
- vinden plaats door de bosrand over een lengte van minimaal 1.000 m terug te zetten. De bosrand is voldoende breed om zonlicht toe te laten en variërend in breedte en begroeiing om te komen tot een kruidenrijke en structuurrijke rand. De voorgenomen kap van bomen is goed onderbouwd en er heeft vooraf overleg over plaatsgevonden met omwonenden en de provincie Overijssel;
- vinden plaats op basis van een plan voor een gebied waar bosrandzomen in samenhang kunnen worden ontwikkeld. In het plan wordt aangeven hoe de bosranden worden beheerd en op welke wijze gecommuniceerd wordt over de inrichting van de bosranden.
- omvatten inrichtingsmaatregelen om te komen tot bosranden met mantels en zomen die daarna als hakhout beheerd kunnen worden in:
- Als uitlopen, natuurlijke opslag of variatie in bomen achterwege blijft, dan is inplanten met inheemse soorten in de mantel noodzakelijk. Om te voldoen aan de Wet Natuurbescherming moet de bosrand op een bosbouwkundig verantwoorde wijze worden herbebost. Als uitlopen natuurlijke opslag of variatie in bomen niet in voldoende mate plaatsvindt is inplanten in de mantel met inheemse soorten die passen bij de regio noodzakelijk.
- De maatregelen:
- dragen bij aan de versterking van het leefgebied van de Blonde zegge, Blauwe knoop, Heidekartelblad, Vetblad, Melkviooltje, Draadgentiaan, Kleine tijm, IJslands mos, Bruine eikenpage, Bruine vuurvlinder, Kommavlinder, Gentiaanblauwtje, Zilveren maan, Aardbeivlinder, Ericabij, Heidewespbij, Gewone kleine wespbij, Ranonkelbij, Paardenbloembij, Stronkmier, Adder, Tapuit of Veldleeuwerik;
- de maatregelen gaan over:
- het verbinden van heideterreinen of heischrale graslanden die op korte afstand van elkaar zijn gelegen. Waardoor het leefgebied wordt vergroot en versterkt en uitwisseling van deelpopulaties mogelijk wordt. De te realiseren verbinding bestaat uit droge- of vochtige heide of droog of nat heischraal grasland. Voldaan moet worden aan de herplantplicht indien van toepassing;
- het kruidenrijker maken van heideterreinen door kruidenrijke randen of kleine veldjes (akkertjes) met een mengsel van granen en inheemse akkerkruiden in te zaaien direct naast of op bestaande heideterreinen, nadat de aanwezige vegetatie zeer diep is weggemaaid of gechopperd en daarna gefreesd. De randen of veldjes mogen niet groter zijn dan 10 are;
- het realiseren van nestgelegenheid.
- worden getroffen bij terreinen met heide, voormalige heide of heischraal grasland, waar de genoemde aandachtsoorten nog voorkomen en natuurbeheer voor de doelsoorten gewaarborgd is, of waar heideterreinen of schraalgraslanden met elkaar kunnen worden verbonden;
- Bij het verbinden van kleine heideterreinen of schraalgraslanden heeft de aan te leggen verbinding een minimale breedte van 25 meter. Na verwijdering van de begroeiing dient het beheer gericht te zijn op droge of natte heide of droog of nat heischraal grasland.
- Het beschikbaar stellen van grond:
- geldt alleen voor maatregelen heide (activiteit E).
- kan alleen als de herbeplantingsverplichting niet ingevuld kan worden door spontane bosontwikkeling, maar ergens anders gerealiseerd moet worden.
- Als er sprake is van subsidie voor maatregel Heide en de subsidie is voor de waardedaling van landbouwgrond én de subsidieontvanger of de eindbegunstigde is een landbouwonderneming, dan valt de subsidie onder de Landbouwvrijstellingsverordening. De subsidie voor de waardedaling van landbouwgrond is dan maximaal 10% van de totale kosten van de maatregel. Als er sprake is van subsidie voor de waardedaling van grond van andere aanvragers dan valt de subsidie onder de Algemene De-minimisverordening of De-minimisverordening Landbouw.
U stuurt volgende bijlagen mee met uw aanvraag.
- Een overzichtskaart op minimaal schaal 1:25.000 waarop de ligging van het gebied waar de maatregelen worden uitgevoerd is aangegeven op minimaal schaal 1:25.000 en detailkaarten óf luchtfoto’s op minimaal schaal 1:2.500 waarop de huidige en toekomstige situatie is aangegeven. Voor de maatregelen Erven wordt een detailkaart per erf aangeleverd.
- Als er sprake is van grondgebonden activiteiten: de ondertekende afspraken of toestemming van de grondeigenaar. Als de grondeigenaar nog geen toestemming heeft gegeven, wordt de subsidie verstrekt onder voorbehoud van het verkrijgen van die toestemming.
- Een projectplan volgens het format Projectplan Verbeteren condities voor soorten op orde algemeen.
- Een bewijs van bankrekening als u niet eerder subsidie van ons heeft ontvangen of als uw rekeningnummer is gewijzigd. Bijvoorbeeld een kopie van een bankafschrift of bij telebankieren een schermprint. Naam en rekeningnummer moeten zichtbaar zijn. Let op: stuur geen kopie van uw bankpas mee.
- Een ondertekende machtiging als u dit formulier invult als gemachtigde. U kunt hiervoor gebruik maken van ons voorbeeld Machtiging.
Extra bijlagen voor de activiteiten B (poelen) en C (erven):
- Een projectplan en detailbegroting. U moet gebruik maken van het format projectplan ervenproject.
- Let op: in het projectplan vragen wij u nog om de volgende bijlagen mee te sturen:
- Overzicht NAW-gegevens deelnemers;
- Machtiging/intentieverklaringen;
- Detailkaarten/luchtfoto’s en erfadviezen van alle deelnemers (schaal 1:2500);
- Overzichtskaart gebied met de erven (schaal 1:25.000);
- Overzicht detailbegroting per erf.
Extra bijlagen voor activiteit E (heide):
Alleen als sprake is van waardedaling van de grond:
- een taxatie van de waardedaling. De waardedaling is gebaseerd op het verschil in marktwaarde voor en na de voorgenomen maatregel en inrichting tot bosgrond. De taxatie wordt door een onafhankelijke deskundige uitgevoerd.
- en extra als er sprake is van andere aanvragers dan een landbouwonderneming: verleningsbrieven als uw organisatie dit jaar en de twee vorige jaren de-minimissteun heeft ontvangen (indien van toepassing en alleen als u de steun van een andere overheid heeft ontvangen).
Wij raden u aan om de gevraagde bijlagen digitaal beschikbaar te hebben voordat u aan het invullen begint. Kunt u de documenten niet lezen of gebruiken? Het Overijssel Loket helpt u graag verder.
Kunt u de documenten op deze pagina niet lezen of gebruiken? Het Overijssel Loket helpt u graag verder.
Richtlijnen
- Richtlijnen voor aanleg van houtwallen, singels en hagen
- Richtlijnen voor aanleg van kruidenrijke randen en ruigten (versie oktober)
- Richtlijnen voor aanleg van poelen en erfwateren (docx, 19 kB)
Een deel van onze brochures worden geactualiseerd en toegankelijk gemaakt,de volgende brochure is opvraagbaar via het Oveirjssel loket:
- Poelenkaart
Documenten
Wilt u advies of ondersteuning? Neem contact op met het Overijssel loket.
U maakt gebruik van het digitale aanvraagformulier op deze pagina. In het formulier kunt u ook de gevraagde bijlagen uploaden.
Wij handelen de aanvragen af in volgorde van ontvangst van complete aanvragen
Dit is met alle gevraagde bijlagen. Wij verlenen de subsidies totdat het beschikbare budget bereikt is.
Compleetheidstoets
Wij vragen om een aanvulling als een aanvraag niet compleet is. De aanvraag is compleet op het moment dat wij de gevraagde gegevens ontvangen.
De behandeltermijn van uw aanvraag is maximaal 13 weken.
- Voor de volgende specifieke maatregelen gelden de volgende maximale subsidiabele tarieven:
- € 100,- als er sprake is van een solitaire boom inclusief het planten en toebehoren;
- € 75,- als sprake is van een kerkuilenkast;
- € 500,- als er sprake is van erfwater;
- € 2.500,- als er sprake is van de aanleg van een poel;
- € 0,67/m² voor de aanleg (inclusief zaaimengsel) van een kruidenrijke rand;
- € 0,16/m² voor het in stand houden van de kruidenrijke rand voor de totale periode van 6 jaar;
- € 0,08/m² voor het in stand houden van een ruigtestrook of natuuroever;
- € 0,83/m² voor de aanleg van een natuuroever (afgraven talud, plaatsen afrastering).
- Kosten voor inzaai of herplant zijn komen alleen voor subsidie in aanmerking als dit plaats vindt met inheemse soorten passend bij de regio waar de maatregelen worden uitgevoerd.
- Als er sprake is van maatregel C (erven) dan komen de kosten voor het aanplanten van houtwallen, heggen en knotwilgen tussen erven alleen voor subsidie in aanmerking als deze elementen direct grenzen aan een aangekleed erf.
- Als er sprake is van maatregel E (heide) dan is waardedaling van de landbouwgrond subsidiabel. Deze waardedaling komt alleen voor subsidie in aanmerking als:
- de waardedaling is gebaseerd op het verschil in marktwaarde voor en na de voorgenomen maatregel en inrichting tot bosgrond;
- de waarde van de grond door een onafhankelijke deskundige wordt getaxeerd;
- de waardedaling maximaal 10% van de totale kosten van de maatregel is.
- Als er sprake is van voorbereidingswerkzaamheden dan zijn komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:
- personeelskosten en kosten van derden voor het opstellen van een plan;
- organisatiekosten die leiden tot de uitvoering van die maatregelen.
- De subsidie voor activiteit A (kleine projecten) is maximaal 80% van de kosten die voor subsidie in aanmerking komen, met een maximum van € 10.000,- per aanvraag.
- De subsidie voor activiteit B (poelen) is maximaal 80% van de kosten die voor subsidie in aanmerking komen, met een maximum van € 30.000,- per aanvraag.
- De subsidie voor activiteit C (erven) is maximaal 80% van de kosten die voor subsidie in aanmerking komen, met een maximum van € 100.000,- per aanvraag en een maximum per erf van € 5.000,-.
- De subsidie voor activiteit D (bosrand) is maximaal 75% van de kosten die voor subsidie in aanmerking komen, met een maximum van € 50.000,- per aanvraag.
- De subsidie voor activiteit E (heide) is maximaal 75% van de kosten die voor subsidie in aanmerking komen, met een maximum van € 100.000,- per aanvraag.
- De subsidie voor activiteit F (beschikbaar stellen van grond) is maximaal 100% van de waardevermindering, met een maximum van 85% van de waarde van de grond als landbouwgrond.
- De subsidie voor activiteit G (voorbereidende werkzaamheden) is maximaal 25% van de totale kosten die voor subsidie in aanmerking komen van de maatregelen genoemd onder de activiteiten A t/m F.
Subsidieplafond voor 2022 en 2023 totaal: € 1.050.000,-. Er geldt een deelplafond van:
- € 150.000,- voor activiteit A (klein projecten).
- € 75.000,- voor activiteit B (poelen).
- € 200.000,- voor activiteit C (erven).
- € 200.000,- voor activiteit D (bosrandzones).
- € 425.000,- voor activiteit E (heide).
Voor het behandelen van subsidieaanvragen verwerken wij persoonsgegevens van de subsidieaanvrager. Persoonsgegevens zijn alle gegevens die een persoon identificeren of identificeerbaar maken. Dit kunnen burgers of contactpersonen van organisaties zijn. Wij gebruiken de persoonsgegevens voor:
- het beoordelen van de subsidieaanvraag;
- het communiceren met de aanvrager tijdens de behandeling van de aanvraag;
- het controleren of een subsidie doelmatig en rechtmatig verstrekt is;
- het maken van managementrapportages om onze dienstverlening te verbeteren en ons beleid te verantwoorden;
- het uitvoeren van evaluatie- en klanttevredenheidsonderzoek om te bepalen of we onze beleidsdoelen halen.
Wij hebben op basis van wet- en regelgeving de taak om regels te maken en uit te voeren voor het beoordelen en controleren van subsidieaanvragen en -verstrekkingen. Deze wettelijke taak gebruiken we als grondslag om persoonsgegevens te verwerken. Wij bewaren persoonsgegevens niet langer dan wettelijke verplicht is volgens de Archiefwet.
Zie ook onze algemene pagina over privacy. Hier vindt u ook meer informatie over uw rechten en hoe u deze kunt gebruiken.
Actuele Wet- en regelgeving
- Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2022
- Algemene Subsidieverordening Overijssel 2005
- Algemene wet bestuursrecht (titel 4.2 subsidies)
- Landbouwvrijstellingsverordening.
- Algemene De-minimisverordening.