Evenementen en natuur

Overijssel bruist van de evenementen; van het Bevrijdingsfestival in Zwolle tot de Eerste Marathon op Natuurijs in Haaksbergen. Evenementen zetten Overijsselse gemeenten en de provincie in zijn geheel op de kaart. Veel mensen beleven er plezier aan. Al deze evenementen moeten aan regels voldoen om ervoor te zorgen dat ze goed verlopen, zodat het publiek er veilig van kan genieten en er geen negatieve effecten zijn op de omgeving.

Wilt u een evenement organiseren en wilt u nu al weten welke regels er gelden om het evenement te kunnen laten doorgaan? Dat is verstandig, want een goede, tijdige voorbereiding en afstemming vooraf kan teleurstellingen voorkomen.

Als organisator had u in het verleden vooral te maken met afstemming vooraf met de gemeente voor een eventuele evenementenvergunning of voor verkeersmaatregelen met nood- en hulpdiensten. Tegenwoordig is het ook nodig om de gevolgen voor de natuur te onderzoeken en eventueel een vergunning bij de provincie aan te vragen.

Evenementen moeten voldoen aan de Omgevingswet

Bij de organisatie van een evenement moet u onderzoeken of dat evenement voldoet aan de Wet natuurbescherming. De Wet Natuurbescherming richt zich, onder andere, op de bescherming van natuurgebieden en bepaalde plant- en diersoorten.

Gebiedsbescherming richt zich op de bescherming van leefgebieden en aangewezen soorten binnen Natura 2000-gebieden. Naast verstoring van soorten of betreding van kwetsbare vegetaties kan het hier ook om indirecte effecten gaan door bijvoorbeeld de neerslag van stikstof.

Bij soortenbescherming gaat het om overtredingen van in de wet opgenomen verbodsbepalingen voor beschermde soorten. Hierbij kunt u bijvoorbeeld denken aan het plukken van beschermde planten, het verstoren van broedende vogels, het verwijderen van nesten van vogels en het verstoren of vernietigen van vaste rust- en verblijfplaatsen.

In het algemeen is in de Omgevingswet het voorzorgsbeginsel opgenomen om voldoende zorg te dragen voor Natura 2000-gebieden, bijzondere nationale natuurgebieden en voor in het wild levende dieren en planten en hun directe leefomgeving.

Gebiedsbescherming: gevolgen voor evenementen

Als u een evenement organiseert, moet u nagaan of het evenement (in de omgevingswet wordt dit het project genoemd) stikstofneerslag zal veroorzaken of een ander effect heeft op in een Natura 2000-gebied en de daar aanwezige dier- en plantensoorten.

Ook bij evenementen van één of enkele dagen kan er sprake zijn van een behoorlijke stikstofuitstoot. Er is sprake van opbouw, afbouw en van bezoekersverkeer. Daarnaast kunnen er bij een evenement andere activiteiten plaatsvinden die uitstoot veroorzaken, denk aan een groot vuur of benodigde energievoorziening. Zeker als de toegang en verkeersstromen dichtbij Natura 2000-gebieden zijn, kan ook een kortdurend evenement zomaar tot een niet toegestane neerslag (depositie) depositie van stikstof op het beschermde gebied leiden.

En als u in of nabij een Natura 2000-gebied een evenement organiseert, kunnen ook andere effecten optreden, zoals verstoring door aanwezigheid van mensen, licht en geluid op in het gebied aanwezige beschermde soorten.

Een berekening van stikstofdepositie met AERIUS is vereist

AERIUS is het wettelijk verplichte instrument (geleverd door het RIVM) waarmee neerslag (depositie) van stikstof op Natura 2000-gebieden binnen Nederland wordt berekend, gemonitord en geregistreerd. AERIUS kan de depositie door evenementen berekenen op basis van een rekenmodel. AERIUS wordt jaarlijks vernieuwd op basis van nieuwe kennis en inzichten. U kunt zelf proberen een berekening te maken. Een berekening kan echter complex zijn. Er zijn ook diverse adviesbureaus die tegen een vergoeding een berekening voor uw evenement kunnen opstellen.

Start op tijd met onderzoek naar mogelijke effecten van het evenement

Wij raden u aan om al vroegtijdig te starten met het doen van onderzoek naar de mogelijke effecten die het evenement heeft op het nabijgelegen Natura-2000 gebied. Op basis van tijdig onderzoek kan er bij mogelijk nadelige effecten bijgestuurd worden. Bijvoorbeeld door wijzigingen aan te brengen in de organisatie en de inrichting van het evenement.
Als uit de berekening blijkt dat uw evenement bijdraagt aan de stikstofneerslag in één of meerdere Natura 2000-gebieden kunt u onderzoeken hoe u deze stikstofuitstoot kunt beperken.

  • Kijk goed naar de locatie en toegangsroute van het evenement. Hoe verder van Natura 2000-gebieden, hoe beter.
  • Wijzig de inrichting van het terrein, zodat er minder vervoersbewegingen voor op- en afbouw nodig zijn.
  • Stel een vervoersplan op met (elektrische) pendelbussen en stimuleer het gebruik van openbaar vervoer en de fiets.
  • Stel eisen aan leveranciers met betrekking tot minimale stikstofemissie bij de opbouw van het evenement.
  • Beperk het aantal ritten naar het evenemententerrein door benodigde spullen lokaal in te kopen.
  • Maak gebruik van het elektriciteitsnet in plaats van dieselaggregaten of, als volledig elektrisch niet kan, aggregaten met een energiezuinige motor.

De mate waarin veranderingen in de opzet bijdragen aan het wegnemen van het nadelige effecten is afhankelijk van de exacte locatie en de opzet van het evenement. Proefberekeningen in AERIUS laten zien dat een verplaatsing naar een plek die verder weg ligt van het Natura-2000 gebied veelal leidt tot een sterke vermindering van nadelige effecten. Soms is een geringe verplaatsing in combinatie met specifieke maatregelen al voldoende om nadelige effecten te voorkomen. Bij andere maatregelen om uw stikstofeffecten terug te brengen kunt u denken aan bijvoorbeeld vermindering van de hoeveelheid snoeiafval bij een open vuur, publiek parkeren op afstand, het gebruik van hybride aggregaten voor de stroomvoorziening of aan vervoer met elektrische voertuigen.

Hoe komt u zorgen voor minder stikstofuitstoot? 

Als uit de berekening blijkt dat uw evenement bijdraagt aan de stikstofneerslag in één of meerdere Natura 2000-gebieden kunt u onderzoeken hoe u deze stikstofuitstoot kunt beperken. 

  • Kijk goed naar de locatie en toegangsroute van het evenement. Hoe verder van Natura 2000-gebieden, hoe beter. 
  • Wijzig de inrichting van het terrein, zodat er minder vervoersbewegingen voor op- en afbouw nodig zijn. 
  • Stel een vervoersplan op met (elektrische) pendelbussen en stimuleer het gebruik van openbaar vervoer en de fiets. 
  • Stel eisen aan leveranciers met betrekking tot minimale stikstofemissie bij de opbouw van het evenement. 
  • Beperk het aantal ritten naar het evenemententerrein door benodigde spullen lokaal in te kopen. 
  • Maak gebruik van het elektriciteitsnet in plaats van dieselaggregaten of, als volledig elektrisch niet kan, aggregaten met een energiezuinige motor. 

De mate waarin veranderingen in de opzet bijdragen aan het wegnemen van het nadelige effecten is afhankelijk van de exacte locatie en de opzet van het evenement. Proefberekeningen in AERIUS laten zien dat een verplaatsing naar een plek die verder weg ligt van het Natura-2000 gebied veelal leidt tot een sterke vermindering van nadelige effecten. Soms is een geringe verplaatsing in combinatie met specifieke maatregelen al voldoende om nadelige effecten te voorkomen. Bij andere maatregelen om uw stikstofeffecten terug te brengen kunt u denken aan bijvoorbeeld vermindering van de hoeveelheid snoeiafval bij een open vuur, publiek parkeren op afstand, het gebruik van hybride aggregaten voor de stroomvoorziening of aan vervoer met elektrische voertuigen. 

 

Soortenbescherming: gevolgen voor evenementen

 

Het evenement kan ook op andere manieren effect hebben op natuurgebieden en beschermde soorten, bijvoorbeeld vanwege verstoring door de aanwezigheid van mensen of verstoring door geluid bij het gebruik van luidsprekers. Bij de organisatie van een evenement moet u daarom ook rekening houden met beschermde plant- en diersoorten.

Preventieve maatregelen om schade en verstoring te voorkomen

We sommen een aantal preventieve maatregelen op die u bij het organiseren van een evenement kunt nemen om schade en verstoring van beschermde soorten binnen en buiten de Natura 2000-gebieden te voorkomen:

  • Inventariseren welke beschermde soorten aanwezig zijn
  • Verlichting richten op evenemententerrein (verstrooiing van licht naar buiten het terrein beperken)
  • Podium en geluidsinstallaties van de leefgebieden van de beschermde soorten africhten
  • Geen vuurwerk afsteken
  • Aantal bezoekers beperken
  • Afschermen van het terrein van omliggende wateren, oevers, struwelen en bosranden (m.b.v. hekken, bij voorkeur met doek)
  • Gebruik bestaande wegen/paden of verharde terreinen
  • Afvalplan maken om vervuiling te voorkomen
    • Maximaal 10 dagen voorafgaand aan de opbouw van het evenement een broedvogel-check uitvoeren. Zijn er broedvogels aanwezig op het evenementen-terrein? Dan moet u de locatie aanpassen of het evenement na het broedseizoen organiseren
  • Maximaal geluidsniveau en geluidfrequentie aanpassen aan aanwezige beschermde soorten
  • Effecten van tijdelijke aard beperken door een maximaal aantal evenementen per jaar of het evenement met tussenperiodes laten plaatsvinden
  • De locatie en terreininrichting op afstand van kwetsbare leefgebieden (oevers, struweel en bosranden) zetten
  • Planning aanpassen aan de hand van het broed- of voortplantingsseizoen

Hoe kunt u traditionele en erfgoedevenementen voortzetten?

Overijssel kent ook evenementen die van generatie op generatie worden doorgegeven. Deze tradities en gebruiken zijn immaterieel erfgoed, denk aan paasvuren of bloemencorso’s. Ook deze evenementen moeten aan de wet- en regelgeving voldoen, waaronder de Wet natuurbescherming.

Wij bekijken graag samen met u hoe deze evenementen in overeenstemming met de Wet natuurbescherming kunnen worden georganiseerd. Met bijvoorbeeld het verplaatsen van een evenement wordt voorkomen dat niet toegestane neerslag van stikstof ontstaat en kan het evenement blijven bestaan en doorgegeven worden aan een volgende generatie.

Vergunning nodig? Realiseer u dat dit maar zeer beperkt mogelijk is

De omgevingswet verbiedt om beschermde plant- en diersoorten opzettelijk te verstoren, te beschadigen en de voortplantings- en rustplaatsen te vernielen. Een ontheffing soortenbescherming voor dit verbod is niet mogelijk. Als u een evenement organiseert, moet u daarom aantoonbaar voldoen aan de ‘zorgplichtvereisten’ uit de wet. Dat betekent dat u maatregelen moet nemen om negatieve effecten op beschermde soorten te voorkomen.

Lukt het niet om nadelige effecten op beschermde gebieden te voorkomen door het evenement aan te passen, dan is er de mogelijkheid een vergunning aan te vragen. Het verkrijgen van een vergunning is lastig, omdat aan veel wettelijke verplichtingen moet worden voldaan en er weinig tot geen ruimte is om extra stikstofdepositie op beschermde gebieden toe te staan.. Ons dringend advies is daarom om tijdig aan de slag te gaan en eventuele negatieve effecten in beeld te brengen en waar mogelijk deze negatieve effecten weg te nemen. We beantwoorden kort twee veel voorkomende vragen.

Kan ik stikstofdepositie intern salderen?

Wanneer bij een evenement stikstof zal worden uitgestoten, kan dit soms op dezelfde locatie worden verrekend. Voorwaarde is dat er al een geldende toestemming voor stikstofuitstoot op de locatie aanwezig is. Als de nieuwe situatie niet leidt tot een toename van stikstofdepositie op stikstofgevoelige en (bijna) overbelaste habitattypen in een Natura 2000-gebied, spreken we van intern salderen. Intern salderen is vergunningsvrij. 

Kan ik stikstofdepositie extern salderen?

Wanneer voor een activiteit stikstofruimte nodig is, lukt het niet altijd om dit binnen het project of op de locatie te vinden. Er is dan een andere optie: extern salderen. Een bedrijf op een andere locatie dat (deels) stopt kan stikstofactiviteit overdragen aan een ander. De saldogever, het bedrijf dat (deels) stopt, kan stikstofemissie overdragen aan een saldo-ontvanger. Op de website van BIJ12 kunt u meer informatie vinden over extern salderen.

Hoewel extern salderen als instrument beschikbaar is in Overijssel, is het in de praktijk maar voor een zeer beperkt aantal gevallen mogelijk. Voor aanvragen met extern salderen beziet de provincie namelijk per individuele aanvraag of het bereiken van de natuurdoelen voldoende kan worden onderbouwd. Overijssel heeft relatief veel Natura 2000-gebieden, die bijna allemaal stikstofgevoelig en overbelast zijn. Voor deze gebieden is het momenteel zeer beperkt mogelijk een vergunning te verlenen op basis van extern salderen.

 Kort samengevat

In het kort wat u moet doen als u een evenement gaat organiseren:

  • Aeriusberekening uitvoeren
  • Soorten- en gebiedsscan uitvoeren
  • Vindt het evenement binnen of nabij het Natura 2000-gebied plaats, dan is ook onderzoek naar effecten op speciaal voor dit gebied aangewezen soorten en vegetaties (zgn. habitattypen) noodzakelijk.

Als u twijfelt of voor uw evenement een dergelijke berekening en scan nodig zijn (omdat u bijvoorbeeld ver van een Natura 2000-gebied afzit en/of uw evenement buiten het broedseizoen plaatsvindt midden in de stad) kunt contact opnemen met het omgevingsloket (overijsselloket@overijssel.nl of 038 499 88 99).